Abstract
Iridociliaire cysten komen regelmatig voor bij honden. Ze zijn afkomstig van het achterste gepigmenteerde epitheel van de iris of ontstaan vanuit het binnenste epitheel van het ciliaire lichaam. De cysten zweven meestal vrij rond in de voorste oogkamer of hangen vast aan de pupilrand. De golden retriever, de labrador-retriever alsook de Duitse dog zijn gepredisponeerd maar verschillende andere rassen kunnen ook aangetast worden. Grotere cysten kunnen leiden tot belemmering van het zicht en opaciteit van de cornea. Daarnaast vormen pigmentafzetting op het voorste lenskapsel, een onvolledige pupilreflex en glaucoom ook mogelijke risico’s. De diagnosestelling gebeurt meestal op basis van de klinische presentatie. Transilluminatie van de cysten met een fel licht is echter noodzakelijk om het onderscheid te maken met een oculaire gepigmenteerde tumor. In de meeste gevallen zijn iridociliaire cysten een toevalsbevinding en is er geen behandeling nodig. Bij enkele specifieke rassen, waaronder de golden retriever en Amerikaanse buldog, kunnen deze echter een ander uitzicht hebben met meer kans op ontsteking en ontwikkeling van glaucoom. Wanneer de cysten te groot worden, kunnen ze niet-invasief verwijderd worden via lasertherapie of chirurgisch via aspiratie met een naald of door irrigatie en aspiratie.