1. Martin-Achard , R.art. cit., heeft dezelfde bekommernis. Hij besluit met enkele waar- devolle bemerkingen over de relatie tussen OT en NT, tussen Israël en de Kerk (p. 91–92).”La tension dialectique qu'implique la déclaration de Jérémie n'a guère été maintenue dans le judaïsme; elle ne se retrouve que dans la tradition néo-testamentaire et il s'en faut de beaucoup que l'Eglise l'ait toujours respectée” (p. 91). Wij kunnen alleen niet akkoord gaan met het beginsel:”Le rapport dialectique établi par le prophète entre les deux alliances est la clef de l'herméneutique chrétienne” (p. 92), omdat wij juist die dialectische spanning tussen oud en nieuw bij Jeremia niet vinden.
2. 1965 . Rom. 11, 27 bevat een impliciete verwijzing naar Jer. 31, 33–34 (gecombineerd met Jes. 59, 20–21 en 27, 9):”En dit is het verbond dat Ik met hen zal sluiten, wanneer Ik hun zonden heb weggenomen”. De tekst van Gai. 4, 21–31 over de twee verbonden bevat geen verwijzing naar Jer. 31, maar houdt wel verband met Paulus' opvattingen over het nieuwe verbond (cfr. J. GOPPENS,L'église, nouvelle alliance de Dieu avec son peuple, inAux origines de l'Eglise(Recherches bibliques 7), Desclée De Brouwer (Brugge), p. 13–22, bijz. p. 13–14).