1. Abas P (1998) Wat komt – in de zin van art. 6:75 BW – naar de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening van de schuldenaar? [What is for the account of the debtor within the meaning of Art. 6:75 Dutch Civil Code - according to common opinion?] NTBR 3:85–87.
2. Appelmans A, Herbosch M, Verheye B (2021) AI in Belgian Contract Law: Disruptive Challenge or Business as Usual. In: De Bruyne J, Vanleenhove C (eds) Artificial Intelligence and the Law. Intersentia, Brussels, pp 342–344.
3. Boonekamp RJB, Valk WL (eds) (2021) Stelplicht & Bewijslast [Burdens of allegation & proof]. Wolters Kluwer, Deventer.
4. Broekema-Engelen BJ (2020) Art. 6:77 Dutch Civil Code, comment 3.7a. In: Klomp RJQ, Schelhaas HN (eds) Groene Serie Verbintenissenrecht [Green Series Law of Obligations]. Wolters Kluwer, Deventer.
5. Busch D (2019) Flitshandel, andere vormen van algoritmische handel en directe elektronische markttoegang [Flash trading, other forms of algorithmic trade and direct electronic access to markets]. In: Jansen CJH, Schuijling BA, Aronstein IV (eds) Onderneming en digitalisering [Business and digitalisation]. Wolters Kluwer, Deventer, pp 253–277.