Abstract
In de vijftiende eeuw was het stadhuis een drukbezocht, publiek overheidsgebouw in de steden van de noordelijke Lage Landen. Als belangrijk bestuurscentrum en plaats voor publieke diensten was het een gebouw met meerdere functies. Lokale autoriteiten trachtten toegang en gedrag in het gebouw, en dan met name in de gerechtskamers, te reguleren aan de hand van regels en handhaving en door de gebouwde omgeving aan te passen. Maar orde in het stadhuis was geen vanzelfsprekendheid. Aan de hand van verordeningen en criminele vonnisboeken en met behulp van een 3D-reconstructie van de publieke hal en vierschaar, toont dit artikel aan dat verstoringen in het stadhuis van Gouda en Leiden gangbaar waren en dat zij de door de autoriteiten beoogde orde contesteerden. Zowel bestuurders als andere stedelingen gebruikten doelbewust de openbaarheid van specifieke ruimtes in het stadhuis om publiekelijk het stedelijke gezag te bevestigen of juist uit te dagen. In dit artikel wordt beargumenteerd dat het laatmiddeleeuwse stadhuis zowel door overheidsstructuren als het alledaags gebruik door een grote diversiteit aan stedelingen vorm kreeg.
Publisher
BMGN - Low Countries Historical Review, KNHG